Verscheidenheid maakt macht

Herfederaliseren in België is geen taboe meer. Goed zo, maar we moeten voorbij de Federale Kamers durven kijken. Want iets verder in de Wetstraat huist een organisatie met een immens maar onbenut potentieel: de Europese Unie.

De Europese Unie was schijnbaar de grote afwezige tijdens de coronacrisis van de afgelopen maanden. De vraag: “Waar is Europa?” lag op vele lippen en stond steeds weer te lezen op internetfora. De Europese burger zocht een krachtdadig en eensgezind Europa dat gedurfde actie zou ondernemen om ons door de crisis te loodsen. Maar die actie bleef uit. De Europese instellingen zwegen.


Europa wordt in de eerste plaats geleid door de lidstaten. Zeker op vlak van Volksgezondheid, waar de Unie geen directe bevoegdheid heeft, moeten Michel en Von der Leyen instructies van de 27 Europese staatshoofden en regeringsleiders afwachten. En aangezien we in het begin van de crisis een teleurstellende nationalistische reflex zagen bij de 27 leiders – grenzen toe en eigen maskers eerst – werd Europa vleugellam gemaakt. De Europese burger kon enkel teleurgesteld zijn: waar is die Europese eenheid nu?


De Europese leiders herpakten zich en stonden toe dat President Michel en Commissievoorzitter Von der Leyen een coördinerende rol opnamen. Miljarden euro’s werden geïnvesteerd in medisch materiaal en de economie, en Duitsland werd op het matje geroepen omdat het land onder meer transport van mondmaskers naar België had tegengehouden. Maar de initiële teleurstelling van de Europese burger woog zwaarder dan dit slecht gecommuniceerde goede nieuws. Eurosceptici konden zich in de handen wrijven.


Belgen weten hoe schadelijk blokkeringsfederalisme is, wanneer deelstaten en de centrale overheid in een machtsstrijd verwikkeld zijn. Het kost geld en, tijdens een pandemie, mensenlevens. Zoals we in België dringend een institutionele hervorming nodig hebben, beseft Europa dat ze dit ook nodig heeft. Europa heeft lessen getrokken uit deze crisis.


Maar de weg naar Europese hervorming is geplaveid met valkuilen, boobytraps en adders onder het gras. Later dit jaar zal de Unie een Conferentie over de Toekomst van Europa organiseren: een grootschalige oefening waarbij de rol en het potentieel van Europa onderzocht en besproken worden. De laatste Europese hervorming van de Unie dateert van 2008, sindsdien maakten we een banken- en Catalaanse crisis mee, groeide de geopolitieke dreiging van Rusland en zagen we een afkalving van het trans-Atlantische bondgenootschap met de Verenigde Staten onder Trump. De huidige pandemie is een cynische kers op de taart. De Europese instellingen zijn dringend aan een update toe willen we in staat zijn de interne en externe problemen van de toekomst aan te kunnen. De Conferentie kan die hervorming uittekenen.


Burgerparticipatie en inspraak zullen er centraal staan, en dat is zeer goed nieuws. Het biedt de Europese burgers een kans om hun Unie mee richting te geven. Zeker wij Belgen moeten op de kar springen en wijzen op onze regionale ervaring. Onze negen ministers van Volksgezondheid, da’s een beetje als de Raad van Ministers van de EU: onwerkbaar. Wouter Beke die eigengereid met de woonzorgcentra wil omgaan, vergelijk het met Nederland die Europees economisch herstel blokkeerde in de Europese Raad. En is Vlaams minister Demir, als één van onze vier Klimaatministers, niet een beetje zoals Polen die een krachtdadig Europees klimaatbeleid afzwakt? De zes Belgische staatshervormingen tonen het falen van de EU: gebrek aan daadkracht door regionale dwarsliggers.

Het potentieel van de EU is nochtans indrukwekkend. Vandaag beschikt de Unie over een budget van iets meer dan 1% van het totale Europese BBP. Eén miezerige procent, en in ruil daarvan krijgen we economische welvaart door een open markt, genieten we internationaal aanzien en respect, leven we al decennia in veiligheid en zijn onze mensen- en burgerrechten gegarandeerd. Stelt u zich een Unie voor met een budget, zoals de federale overheid van de VS, van 21% van het BBP. We zouden onze waarden van openheid en samenwerking wereldwijd kunnen uitdragen: economische vrijheid, multilateralisme en het promoten van mensenrechten en democratie. Lange tijd was dit de rol van de Verenigde Staten, maar nu dat land zich meer en meer in zichzelf keert is het de plicht van de EU om die plaats in te nemen. De oude American Dream kan een moderne European Dream worden.


Daar zijn institutionele hervormingen voor nodig. De huidige Europese instellingen en procedures kunnen dat, net als de Belgische instituten, vandaag niet bolwerken. In de eerste plaats moet het
democratisch deficit weggewerkt worden: het parlement als hoogste vertegenwoordiger van de wil van de bevolking, met een deelstatelijke vertegenwoordiging als bewaker van regionale eigenheden.
Die democratie is er vandaag onvoldoende, Europa is nog te veel het schouwtoneel van koehandel tussen kleinstatelijke belangen. Met alle respect voor Charles Michel, een Europees President die naam waardig moet verkozen zijn door de Europeanen, niet aangesteld. Dat is mogelijk, want verscheidenheid tussen lidstaten maakt democratie, net als tussen de Belgische taalgemeenschappen, niet onmogelijk. Het Europees Parlement vertegenwoordigt vijfhonderd miljoen Europeanen maar slaagt er wel in om met drie politieke fracties een meerderheid te behalen. Dat toont aan dat Europese verschillen geen nationale verschillen zijn, maar voer zijn voor een democratische ideeënstrijd.


Daarnaast moet de Unie ook intern meer middelen krijgen om haar waarden te handhaven. De Catalaanse crisis en de afkalving van de democratie in Polen en Hongarije tonen aan dat een vrije rechtsstaat geen evidentie is, ook niet op ons continent. De Europese principes dienen geconsolideerd te worden in een grondwet, zodat de Unie kan optreden wanneer Catalanen, Hongaren of Polen onterecht bejegend worden.


Tot slot ligt er een verantwoordelijkheid bij ons, Europese burgers. Wij moeten de Europese Unie naar waarde gaan schatten: Europa is ons verleden, ons heden en onze toekomst. In een snel veranderende wereld is het van het grootste belang dat we een supranationale instelling hebben om onze belangen te verdedigen. We moeten een actieve interesse hebben in wat er op het Europese niveau gebeurt, en ten volle participeren bij Europese beslissingen. Het federale parlement moet de discussie over de toekomst van Europa op gang trekken. We moeten op straat en in de media een debat voeren over EU-beleid, voorbij de klassieke voor-of-tegen-retoriek.


België is Europa in het klein: ons landje zit geblokkeerd en spreekt niet met één stem. Zonder hervorming blijven we verlamd. Zo ook voor Europa: verdeeldheid en blokkering maken ons kwetsbaar. We moeten kleine nationale meningsverschilletjes overstijgen voor een groter algemeen belang: vrijheid, welvaart en veiligheid in het aanschijn van een vijandige wereld. Het klimaat, Rusland, China en de economie staan niet stil. Ook wij moeten vooruitgaan.


Hannes is student internationale politiek (UGent) en is politiek secretaris van Jong VLD. 

 

Be the first to comment

Please check your e-mail for a link to activate your account.