"I disapprove of what you say, but I will defend to the death your right to say it"

Uiteraard betreuren wij het vonnis dat de Rechtbank van Mechelen afgelopen week uitsprak over een spandoek van Voorpost. Laten we duidelijk zijn: de overheid kan uw mening nooit en in geen enkel geval verbieden. Een heilig liberaal principe. Net zoals het liberaal is dat een regering de scheiding der machten respecteert. Net zoals het liberaal is om daar een degelijk debat over te voeren.

Het recht op vrije meningsuiting is absoluut. Net als onze andere burgerlijke rechten, zoals het recht op leven en het recht op vrijheid. Het geldt voor alle mensen, ongeacht nationaliteit, geslacht, nationale of etnische afkomst, ras, religie, taal, politieke mening, seksuele voorkeur of andere status. Dit in acht genomen is de uitspraak van de rechter in Mechelen opvallend en een gevaarlijk precedent. De uitspraak van de rechtbank blijkt zich te beroepen op een inbreuk op de vrijheid van religie, terwijl de beklaagden het recht op vrije meningsuiting bepleiten. Het is aan de veroordeelden om met de juiste argumenten naar de rechtbank te trekken en daar hun case te maken.

Toch mogen we dit actualiteitsdebat niet enkel naar de rechtbank verwijzen. Het is belangrijk dat het debat over onze fundamentele vrijheden elke dag opnieuw aan bod komt. Na een jaar waarin we de ene na de andere vrijheid beperkt zagen door de overheid uit gezondheidsoverwegingen moeten we de balans op maken tot waar we verdere vrijheidsbeperking tolereren. We mogen ook niet blind zijn dat terwijl de ene vrijheid werd ingeperkt de andere werd uitgehold. Zo voelt het aan dat de vrijheid van meningsuiting vandaag een paraplu is geworden van elk uitgesproken woord. Het lijkt alsof we onze graad van tolerantie voor haatdragende boodschappen steeds breder trekken.

De vraag blijft daarin of het de staat is die daartoe moet optreden of de burger zelf. Het is onze mening dat de overheid, in deze de rechterlijke macht, zich enkel kan uitspreken wanneer een burger in zijn vrijheden is beperkt door de ander. Volgens het credo van John Stuart Mill: “Individuele vrijheid moet in zoverre zijn grenzen kennen: het individu mag niet tot overlast voor anderen zijn.” Al valt die overlast natuurlijk te bediscussiëren. Iemand op zijn tenen trappen is nog niet iemand van zijn vrijheid ontnemen.

Het is dit debat dat vandaag actueel is en eigenlijk voorwerp van deze zaak. Een degelijk debat met alle elementen op tafel, met respect en correcte informatie. Dat is niet het debat waar we vandaag mee geconfronteerd worden. Het is - alweer- een opbod aan straffe uitspraken om de tegenstellingen in onze samenleving nog dieper uit te hollen. Wij laten ons niet opjagen door populisten van (extreem-) links en rechts. Het zijn zij die deze waarden enkel omarmen als het hen goed uitkomt. Het zijn zij die de vrijheid van meningsuiting, het recht op privacy, non-discriminatie, de vele integriteits- en participatierechten al meermaals in vraag stelden. We gaan het debat dan ook aan, want het is té belangrijk om aan ons voorbij te laten gaan.

In een samenleving waar elke burger zijn vrijheden kan genieten, heeft ook elke burger zijn verantwoordelijkheid. Noem het een engagement om deel te nemen aan de samenleving en zijn/haar/hun rol te spelen. Meer dan ooit zijn daar vandaag de mogelijkheden toe, mede dankzij sociale media die mensen dichter naar elkaar bracht. Helaas stellen we vast dat het burgers steeds verder van elkaar wegduwt. De ophitsing, het grove taalgebruik en de snelle oververhitting van discussies op sociale media brengt veel negativiteit met zich mee. De verruwing van onze taal komt voort uit vele bronnen. Hoofdredenen zijn volgens ons enerzijds de frustratie van de burger over een inefficiënte overheid, het gebrek en de traagheid van enige reactie op die frustratie én de bewuste aanvallen tot wantrouwen in onze samenleving uit bepaalde hoeken.

In plaats van parlementaire of gerechtelijke actie te ondernemen tegen de frustraties, willen we onze oproep hoofdzakelijk naar onze samenleving zelf richten. Niet het negeren van frustraties maar het in gesprek gaan en oplossingen bieden voor negatieve emoties en problemen zal soelaas brengen. Het is de rol van het beleid, de politici en organisaties om blijvend in gesprek te gaan met elke burger.
Natuurlijk is niet elke bijdrage in de discussie zomaar te tolereren. Wie daarbij oproept tot haat en geweld, bedreigt en lastert, brengt hoe dan ook anderen in gevaar. In deze mag niet ontkend worden dat een rechterlijk oordeel noodzakelijk is wanneer individuele vrijheden beperkt blijken, in elke zin en ook die onder het valselijke mom van vrijheid van meningsuiting.

Showing 1 reaction

Please check your e-mail for a link to activate your account.
  • Benjamin Torfs
    published this page in Jong VLD Papers 2021-05-29 12:20:16 +0200